Patrice Riemens on Mon, 26 Dec 2016 16:16:50 +0100 (CET)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Ippolita Collectief: Internet: De democratische Illusie (II.06)


Hoi nettimers,

Guess what, ik heb zomaar besloten om door te gaan met die vertaling vd Democratische illusie van Ippolita ...
daar gaan we dus weer - tot hoe ver en voor hoe lang? ;-)

---------------------------------------------------------

Ippolita Collectief
Internet: De Democratische Illusie.

Hoofdstuk II

“Het Internet is democratisch en vrij!” Niet waar!


De dictatuur van het onbeperkt 'kunnen'

De meeste gebruikers van sociale media schakelen nooit de platforms waarvan zij lid zijn uit. Zij zien het nut daarvan niet in, of vergeten het gewoon te doen. Vaak zijn zij op meerdere diensten geabonneerd - en die staan dan allemaal tegelijk open {op meerdere vensters}. En dan loggen ze ook nog eens in via hun (gratis) mail-account bij Yahoo, Hotmail of GoogleMail, of anders op Facebook. Maar nu is het zo dat de meeste service providers hun klanten volgen, ook al zitten ze op andere platforms. Zodoende hebben ze toegang tot informatie die anders niet noodzakelijkerwijs op hun eigen platforms uitgewisseld zouden worden.
Natuurlijk bestaan er commercieele afspraken - waar wij, als gebruikers, 
uiteraard niets van afweten - die de overgang van de 'digitale kuddes' 
van het eene 'weiland' naar de andere regelen. Technisch gezien ligt de 
mogelijkheid om alle gangen van de gebruikers op het web te volgen aan 
het bestaan van cookies en allerlei andere soorten 'trackers'. Cookies 
zijn simpele file-tjes die het voor een Internetdienst mogelijk maken om 
ons te 'herkennen' als wij het meermaals opzoeken. Dit te beseffen 
resulteert in de allereerste stap op weg naar digitale zelf-verdediging: 
er aan denken om telkens uit te schakelen en onze navigatiesporen uit te 
wissen. Bovendien bestaan er genoeg free software programma's die ons de 
mogelijkheid geven onze privacy bij het surfen veel beter af te 
schermen. Wat eens te meer bewijst dat het Internet (nog) niet helemaal 
in bezit van Big Brother is gekomen en dat er een fiks aantal 
individueen en collectieven zijn die zich verzetten tegen de bemoeienis 
van grote bedrijven in onze privé levens.
De prijs die wij voor de zg. 'digitale vrijheid' moeten betalen blijkt 
het opgeven van onze privé leven te zijn. De aanhangers van totale 
transparantie roepen dan uit dat het opheffen van elke vorm van een 
eigen persoonlijke sfeer de garantie vormt voor individuele 
rechtschapenheid en zodoende van publieke eerlijkheid. Meer 
zichtbaarheid, of die nou bewust of onbewust tot stand komt, zou van ons 
betere mensen maken; meer transparantie zou de maatschappij in het 
algemeen toleranter, dat wil zeggen democratischer, maken. Facebook 
staat er op toe dat wij niet over onze 'eenzelvigheid' liegen als wij 
ons aanmelden [1]; elk individu is uniek en dient dus zich op 
ondubbelzinnige wijze te uiten. De kleinste misstap, de kleinste 
incoherentie komt neer op een systeemfout, en wijst op klaarblijkelijk 
moreel bederf. Maar het begrip 'mijn authentieke ik' is ook niet 
ongevaarlijk. Authenticiteit is geen staat, maar een proces, het vormt 
zich in het samenzijn met anderen, die ons kunnen beïnvloeden en 
bijdragen aan de totstandkoming van onze eigenheid. Net als identiteit 
is authenticiteit niet iets dat zo maar, en voor altijd, vast staat.
Gezichtsherkenningstechnieken - dankzij het gebruik van tags - en het 
'informationeel immediatisme' (alle informatie ineens, nu!) brengen ons 
er toe om een hyper-coherent vertelling van onszelf te geven, een act 
die wij voortdurend moeten herhalen. In de sociale media kan men 
bepaaldelijke trekken van het panopticum zoals Foucault het beschreef, 
terugvinden: replicatie[*a] van normen, zelfcensuur, verklikken ... Wat 
de planetaire democratie betreft zijn wij met het Internet ver van huis: 
het lijkt meer op een totale institutie [*b].
Zo het model van de disciplineringmaatschappijen redelijk adekwaat het 
Web 2.0 helpt te beschrijven, schiet het tekort om het werkelijk te 
begrijpen. Zulke maatschappijen werken namelijk op basis van het 
negatieve karakter van het verbod, van de tegenstelling tussen wat als 
normaal en wat als afwijkend wordt gezien, vriend en vijand, binnen en 
buiten ... het 2.0 subjekt moet daarentegen presteren, het elimineert 
dus bij voorbaat het negatieve. Op Facebook kent het geen vijanden. Zijn 
vermogen om 'te kunnen' moet (per definitie) onbegrensd zijn. "Yes, we 
can!" is het motto, en het meervoud staat er niet voor niets. De 
filosoof Byung-Chul Han heeft het daarom over het 'positieve' karakter 
van de prestatiemaatschappij [2]. Het prestatie subjekt is sneller en 
productiever dan de ouderwetse gehoorzaamheid subjekt: het is 
super-verantwoordelijk, initiatiefrijk, en geobsedeerd door het opbouwen 
en onderhouden van een online 'publiek profiel' op ... een privé 
platform. Deze unieke identiteit weet in een glorieus zelf-adverterend 
profiel, naast een 'ik' als strijdlustig professional, ook een 'ik' als 
zorgzame gezinspersoon, een 'ik' als aantrekkelijk sekspartner, een 
sympathieke 'ik' als vriend, en ook nog eens een 'ik' die zijn sociale 
verantwoordelijkheid serieus neemt neer te zetten.
Maar een digitale democratie kan niet zo genoemd worden als het ook niet 
een element van dissensus, onenigheid, bevat. Een ruimte waar er geen 
conflikt (mogelijk) is maakt snel een verzadigd indruk. Om het dynamisch 
evenwicht in het systeem ten alle tijden veilig te stellen zijn is de 
aanwezigheid van contrasterende elementen nodig. Vandaar dat massale, 
gedeelde verontwaardiging, mega-uitingen van collectief rouw en brede 
crowdfunding operaties zich verspreiden op dezelfde manier als virale 
marketing. Omdat zij op emoties gebaseerd zijn, ontlopen ze de 
gebruikelijke rationele toetsing op vertoog-coherentie van ieders gezond 
verstand. Het resultaat zijn opeenvolgende golven van emotionele porno: 
foto's van vermoorde kinderen in gruwelijke geweldsconflikten worden 
gepost door bezorgde, actieve burgers en roepen vervolgens tsunami's van 
'likes' op. Aan negativiteit, de decentie van het zwijgen, en de 
waardigheid van het lijden heeft deze democratie duidelijk geen 
boodschap.

------------

[1] Cf David Kirkpatrick, Het facebook (sic) effect
Het verhaal achter het social media succes. Boekerij, 2011.
https://www.bol.com/nl/p/het-facebook-effect/1001004011270006/
Originele uitgave: (Engels, VS):
The Facebook Effect: The Inside Story of the Company That Is Connecting the World
http://www.simonandschuster.com/books/The-Facebook-Effect/David-Kirkpatrick/9781439102121

[2] Byung-Chul Han, De vermoeide samenleving. van Gennep 2012
https://www.bol.com/nl/p/de-vermoeide-samenleving/1001004011496907/
Originele uitgave: (Engels, VS): The Burnout Society
Stanford U.P.
http://www.sup.org/books/title/?id=25725

............

[*a] In het origineel staat 'introjection', een aan de Duitse psychoanalyse ontleende term waarbij het subject gedragingen en andere zaken redupliceert die in zijn direkte omgeving aanwezig zijn.
https://en.wikipedia.org/wiki/Introjection
[*b] https://nl.wikipedia.org/wiki/Totale_institutie



______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).